Zo gedraagt een sportouder zich aan de zijlijn :
VOOR DE MATCH
Ik toon belangstelling voor de sport van mijn kind en ga regelmatig kijken en
supporteren.
Ik vraag mijn kind om ervoor te gaan, altijd zijn best te doen, maar vooral plezier
te maken.
Ik fok mijn kind niet op, leg geen overdreven druk op zijn schouders maar stimuleer
hem wel om zijn talenten te ontwikkelen.
Ik stimuleer mijn kind om zich aan de regels van het spel en de fair play te houden.
TIJDENS DE MATCH
Ik gebruik geen agressieve of schunnige taal langs de zijlijn.
Ik applaudisseer voor knap spel, zowel van het team van mijn kind als van de ploeg
van de tegenstrevers.
Ik moedig mijn kind aan en maak het niet af voor zijn fouten.
Ik respecteer de beslissingen van de coach en de scheidsrechter.
Tijdens de wedstrijd moedig ik aan, de instructies geeft de trainer
NA DE MATCH
Als ik niet akkoord ga met de coach, praat ik er met hem over.
Ik leer mijn kind respect op te brengen voor de prestatie van de tegenstrever.
Ik kijk naar de inspanningen van mijn kind, en niet alleen naar de score of de
eindstand.
Na de wedstrijd bekijk ik samen met mijn kind wat goed liep, wat minder en wat
we eruit kunnen leren.
Taken tijdens thuiswedstrijden :
Hulp kantine
De trainer of de ouders stellen een beurtrol op om te helpen in de kantine tijdens thuiswedstrijden.
Deze hulp is vooral nodig tijdens de pauze (af te spreken met vaste toogmedewerkers, afhankelijk
van de drukte)
Hulp met opzetten en opruimen westrijdveld
De trainer of de ouders stellen een beurtrol op om te helpen met plaatsen van goals voor de wedstrijd
en het opruimen ervan na de wedstrijd.